Miskraam
Bij vrouwen met een positieve zwangerschapstest eindigt 10-15% van de zwangerschappen voor de 16e week in een miskraam. De meeste miskramen vinden plaats tussen de 8 en 12 weken de zwangerschap. Meer dan 90% van de miskramen heeft als oorzaak een aanlegstoornis bij het embryo of foetus.
Verloop van een miskraam
Bloedverlies en menstruatie-achtige buikpijnklachten zijn vaak de eerste tekenen van een dreigende miskraam. Het wil niet zeggen dat je bij deze klachten altijd een miskraam krijgt. Bij sommige vrouwen verdwijnen de klachten spontaan en blijft er een intacte zwangerschap.
De eerste paar dagen van de miskraam is het bloedverlies vaak meer dan een menstruatie. Je verliest stolsels en hebt de kramp in de onderbuik.
Wanneer het vruchtje is afgestoten, neemt het bloedverlies en de pijn af. Het bloedverlies moet binnen een week afgenomen zijn.
Als het vruchtje niet spontaan komt, zijn er meerdere opties mogelijk:
- je wacht nog af en kijkt of het nog spontaan komt
- medicatie; deze wekken de miskraam op
- curettage
Heb je vaginaal bloedverlies eventueel in combinatie met buikpijn of ben je ongerust? Bel ons gerust op het dienstnummer! Zo nodig komen we bij je langs of regelen een echo.
Na de miskraam herstelt je lichaam zich vrij vlot. Een paar weken later kan je weer een menstruatie hebben en weer zwanger worden. Een miskraam heeft geen gevolgen voor een volgende zwangerschap. De kans op een gezonde zwangerschap is groter dan een miskraam. Je kan een miskraam niet voorkomen. Je kunt wel de risicofactoren verminderen door gezond te leven. Heb je twee of meer miskramen achter elkaar, dan is het mogelijk om te laten onderzoeken of er mogelijk een erfelijke oorzaak is.