Verloop van de bevalling
Meestal begint een bevalling met weeën. In het begin zijn ze vaak kort, onregelmatig en niet zo pijnlijk en kan je gewoon doorgaan met waar je mee bezig bent. Deze voorweeën zorgen ervoor dat de baarmoedermond soepeler wordt. De bevalling is echt begonnen als de weeën sterker en regelmatiger worden, ze meer pijn gaan doen en de baarmoedermond opengaat (=ontsluiting). Een bevalling kan ook beginnen met het breken van de vliezen, ook dan zijn sterke en regelmatige weeën nodig om ontsluiting te krijgen. De weeën beginnen vaak binnen 24 uur nadat de vliezen gebroken zijn.
Een wee is een samentrekking van de baarmoeder. Het voelt als een soort kramp in je onderbuik die langzaam opkomt, erger wordt en dan weer afzakt. Tussen de weeën door is er rust in je buik. De ontsluitingsweeën zorgen ervoor dat je baarmoedermond ver genoeg open gaat (= 10 cm) om je kindje geboren te laten worden. Ontsluitingsweeën duren langer (1-1,5 minuut) dan voorweeën en komen regelmatig, zo om de 3 tot 5 minuten. Naarmate je meer ontsluiting hebt, worden de weeën krachtiger en pijnlijker. Via een inwendig onderzoek controleert je verloskundige hoeveel ontsluiting je hebt.
Soms begint de bevalling met het breken van de vliezen maar vaker breken de vliezen pas later. Dat is ook goed want de vliezen en het vruchtwater beschermen je kindje en ze helpen mee om voor ontsluiting te zorgen door de druk die ze geven. Als je vliezen niet spontaan breken, zal je verloskundige ze breken. Dit kan aan het einde van de ontsluiting of eerder als de weeën afzwakken of de ontsluiting onvoldoende vordert. Het breken van de vliezen is niet pijnlijk, je voelt alleen een beetje warm water lopen. Na het breken van de vliezen wordt er steeds nieuw vruchtwater aangemaakt. Wanneer je vliezen gebroken zijn maar je hebt nog geen krachtige weeën mag je niet in bad vanwege de kans op een infectie. Er is namelijk nu een open verbinding tussen je kindje en de buitenwereld. Nadat je vliezen gebroken zijn wordt regelmatig je temperatuur gemeten, dit wordt gedaan om een eventuele infectie te ontdekken.
Wanneer je voldoende ontsluiting hebt om je kindje geboren te laten worden, gaan de ontsluitingsweeën over in persweeën. De verloskundige kan dit controleren door een inwendig onderzoek. Door de grote opening van de baarmoedermond zakt het hoofdje van de baby naar beneden. Op het hoogtepunt van de wee voel je dan een drang om te drukken. Dit is beginnende persdrang en is niet tegen te houden. De persweeën komen meestal om de 5 minuten en zijn heel sterk. Tussendoor heb je tijd om even bij te komen. Veel vrouwen hebben dan last van trillende benen, dit komt doordat je spieren zich ontspannen.
Goede persweeën doen al veel werk. Pers tijdens een wee met al je kracht mee richting je vagina en anus. In het begin voel je niet altijd waar je heenperst maar als het hoofdje dieper komt, voel je dit beter.
Bij een eerste kindje duurt het tijdens het persen even voor je het hoofdje ziet. Tijdens iedere wee komt het hoofdje een stukje verder, maar zakt daarna ook weer iets terug. Het kindje is dan bezig het hoofdje in het geboortekanaal te draaien. Bij een tweede kindje hoef je vaak minder lang te persen omdat het geboortekanaal al soepel is gemaakt door het eerste kindje. Je ziet het hoofdje dan al eerder en komt tijdens een wee een stuk verder.
Als het hoofdje bijna naar buiten komt krijg je een pijnlijk en brandend gevoel. Een warme washand tegen je bekkenbodem helpt. De verloskundige geeft nu aan wat je moet doen om het hoofdje rustig geboren te laten worden. Nadat het hoofdje geboren is volgt het lijfje snel, soms moet je hiervoor nog even persen. Het kindje wordt op je buik gelegd.
De navelstreng kan worden doorgeknipt als de hartslag van je kind er niet meer in te voelen is. Je baby kan nu al even aan de borst worden gelegd, bij voorkeur binnen een uur na de geboorte. Dit is een natuurlijk middel om je baarmoeder te laten samentrekken en om verder bloedverlies te voorkomen.
Na de geboorte van het kindje zijn de weeën verdwenen. Het wordt weer rustig in je buik. Meestal krijg je later weer wat buikpijn, de baarmoeder trekt dan samen om de placenta los te maken en om te voorkomen dat je veel bloed verliest. De verloskundige vraagt je om nog een keer mee te persen terwijl zij tegendruk op je buik geeft. Meestal worden dan de placenta, de navelstreng en de vliezen geboren. De placenta en vliezen worden gecontroleerd op compleetheid.